Onzeker op de werkvloer? Zo ontwikkel je meer zelfvertrouwen als zorgmedewerker

17 sep ‘21
4 min
Zelfvertrouwen
Myrthe Weijschedé
zelfvertrouwen-vgz

Het is lastig als je regelmatig twijfels hebt over je werk, helemaal als je te maken hebt met een patiënt of cliënt die je te allen tijde wilt voorzien van de beste zorg mogelijk. Zo blijkt uit onderzoek dat ruim eenderde van de zorgmedewerkers een lage zelfwaardering heeft. Dit kan voor de nodige uitdagingen in het werk zorgen. Maar als je goed begrijpt hoe jouw overtuigingen en gedachten werken, is het mogelijk om deze te veranderen.

 

Twijfels zijn oké

 

Het is goed om te beseffen dat iedereen weleens twijfelt. Twijfelen over jezelf en over je kunnen is heel normaal en dat is goed om je te realiseren. Er is weinig ruimte voor verbetering en reflectie als je altijd volledig zeker zou zijn van jezelf. Een beetje onzekerheid op z’n tijd heeft dus ook een functie die je scherp houdt.

Toch brengt het de nodige uitdagingen met zich mee als jij je niet helemaal zeker voelt in, op of over je werk. Zo ga je als zorgmedewerker om met onzekerheid op de werkvloer.

 

Eerst even over zelfvertrouwen

 

Zelfvertrouwen wordt gevormd door het gevoel dat jij hebt over jezelf. Als de persoon die jij wilt zijn overeenkomt met wie je daadwerkelijk bent, heb je een positief beeld van jezelf. Dit geeft je het gevoel dat je vol in het leven staat, het vertrouwen om te doen wat je wilt doen en een sterker gevoel van je authentieke zelf.

De andere kant van het verhaal is dat je teleurgesteld raakt in jezelf als jouw gedragingen niet overeenkomen met de persoon die je graag wilt zijn. Het gaat over het vertrouwen dat je in jezelf hebt om bepaalde dingen, situaties en uitdagingen aan te gaan.

Denk aan een situatie waarin je assertiever had willen handelen, maar je door twijfels niet wist wat de juiste keuze was. Of je voelt je door drukte overweldigd waardoor je twijfelt aan je kunnen om een patiënt of cliënt goed te helpen, je zit immers zelf niet lekker in je vel en je hebt eigenlijk geen tijd om er goed bij stil te staan.

Wat de reden ook is, maakt niet uit. Een dergelijke situatie kan ervoor zorgen dat je onzeker wordt, want je voldoet niet aan de verwachtingen die je van jezelf hebt gevormd of waarvan je denkt dat anderen die over je hebben. Zoals een besluitvaardig iemand zijn of die persoon die altijd het hoofd koel houdt.

 

Zelfvertrouwen op de werkvloer

 

Als professional in de zorg, waar de werkdruk hoog ligt en er veel van je verwacht wordt, kan een sterk zelfvertrouwen een positieve impact hebben op je dagelijks werkzaamheden. Zo helpt het je om met meer rust en vertrouwen een patiënt of cliënt te helpen, het zorgt voor betere prestaties in het algemeen, voorziet je van meer energie en motivatie op de werkvloer, betere relaties met zowel je collega’s als cliënten en het vergroot je veerkracht om tijdens en na uitdagende situaties weer door te pakken.

Natuurlijk is het van belang dat je je veilig voelt op werk en in een functie zit die goed bij je past, maar ook de bedrijfscultuur kan hierin een rol spelen. Dit heeft in principe niks te maken met het betalen van een goed salaris of het geven van complimenten, maar eerder met de cultuur die heerst binnen de organisatie, zoals de mate van vrijheid en openheid, en de waarden en normen.

Dit is goed om je bewust van te zijn. In welke mate correleert dit met jouw waarden en normen? En welk effect heeft de cultuur en de manier waarop er binnen de organisatie met elkaar en met cliënten wordt omgegaan op jouw zelfvertrouwen?

 

Je (positieve) ervaringen maken wie je bent

 

Daarnaast word je simpelweg gevormd door de dingen die je meemaakt. De goede én slechte ervaringen die jouw zelfvertrouwen hebben gemaakt, neem je in elke situatie met je mee. Dus ook op het werk.

Gelukkig is dat geen statisch gegeven, maar een proces dat constant in ontwikkeling is. Je leven lang. Door relativerende en versterkende ervaringen op te doen, word je dus automatisch zelfzekerder.

Denk aan een situatie waarin je de leiding hebt genomen om een behandelplan ter discussie te stellen en dit zorgde voor een beter resultaat.

37 procent van de zorgmedewerkers heeft een lage zelfwaardering

 

Om het zelfvertrouwen te meten, wordt in de psychologie vaak gebruik gemaakt van het model van Rosenberg. Uit onderzoek binnen verschillende zorgorganisaties blijkt dat ruim eenderde van de zorgmedewerkers te maken heeft met een lage zelfwaardering, waarbij het aan te raden is om aan de slag te gaan met het beeld en de gedachten die je van jezelf hebt. 27 procent van de respondenten hebben behoefte aan training bij het vormen van een beter zelfbeeld.

 

Je zelfvertrouwen vergroten

 

Je zelfvertrouwen groeit door dingen te doen en iemand te zijn waarvan je niet dacht dat je het kon (zijn). Het is goed om te beseffen dat het werken aan je zelfvertrouwen een proces is met de nodige highs en lows. Dat betekent: dagelijks oefenen en niet opgeven als het een keer niet gaat zoals je wilt.

“Werken aan je zelfvertrouwen vraagt aandacht en dagelijkse oefening.” Myrthe Weijschedé, psycholoog bij OpenUp

Deze oefeningen kunnen jou als zorgmedewerker helpen om sterker in je schoenen te staan.

 

1. Daag je gedachten uit

 

Het wel of niet hebben van zelfvertrouwen gaat vaak gepaard met gedachten die we hebben over onszelf; die zijn of wel positief of negatiever van aard. We denken de hele dag door. De gedachten die we hebben zijn alleen niet per se waar. Daarom is het goed om bij jezelf na te gaan: klopt het wel echt? Die toets kan je bij jezelf doen, maar ook bij een ander (en een ander bij jou).

Myrthe, psycholoog bij OpenUp vertelt: “Het kan enorm helpen om de gedachten die je hebt uit te dagen. Stel dat je denkt: ‘die cliënt is ontevreden’ of ‘mijn collega’s vinden mijn inbreng niet relevant’. Wat zijn dan de redenen om aan te nemen dat dit daadwerkelijk zo is? En vooral: welke argumenten kan je verzamelen om jezelf ervan te overtuigen dat dit niet klopt?”

Bewijs je gedachten door jezelf af te vragen:

 

  • Klopt het wat ik beweer? Is het écht zo? Is het realistisch? Zo nee, waarom niet?
  • Zijn er alternatieve manieren om naar de situatie te kijken of deze te verklaren?
  • Helpt het mij om zo te denken? Levert het mij iets op?
  • Stel je voor dat je gedachten waar zijn en het ergste gebeurt. Wat betekent dit dan? Hoe kan je hiermee omgaan?

 

2. Vraag het anderen

 

In plaats van je gedachten bij jezelf te onderzoeken, helpt het ook om deze bij anderen te toetsen. Niet per se makkelijk, maar wel effectief. Het geeft je snel informatie over jouw eigen ideeën en gedachten op dat moment.

“In één van mijn gesprekken bleek dat een cliënt steeds vragen stelde en aannames deed over wat anderen over haar dachten,” vertelt Myrthe, “Ze bleef er maar over piekeren. “Wat nou als ze vinden dat ik dit niet goed heb gedaan?”of “Dat vond de ander vast een domme zet; hij vind me nu vast geen ervaren hulpverlener”.

De gedachten bepaalden haar zelfbeeld en zelfvertrouwen en ze kwam in een negatieve spiraal terecht. Het was geen makkelijke stap, maar in onze samenwerking zijn we stap voor stap gaan onderzoeken of ze deze aannames en vragen kon uitspreken.

Zo heeft ze in de afgelopen tijd twee cliënten gevraagd hoe ze een bepaalde handeling hadden ervaren. Ook heeft ze bij haar leidinggevende nagevraagd hoe hij tegen haar expertise en ontwikkeling aankijkt. Dat gaf een ander perspectief. Natuurlijk was er ruimte voor groei – die zou er altijd moeten zijn – maar wat de overhand had, was tevredenheid. De cliënt voelde zich gehoord en de leidinggevende gaf haar met volle vertrouwen verantwoordelijkheden.”

Om je gedachten bij anderen te toetsen, helpt het om de ik-boodschap te gebruiken. Vraag bijvoorbeeld aan de cliënt: ‘ik wil graag de beste zorg leveren en ben benieuwd hoe je dit ervaart. Zijn er dingen die ik kan doen om nog beter op jouw behoeften aan te sluiten?’

 

3. Zet een andere bril op: wat gaat er al wél goed?

 

Als mens zijn we geneigd ons te focussen op het negatieve. Dat wat niet goed gaat of waar er nog verbetering nodig is. Dat is goed want zo proberen je je werk beter te doen en de kwaliteit van de zorg te vergroten, maar het kan voor jezelf vervelend zijn om steeds te worden geconfronteerd met datgene waar je nog stappen te zetten hebt.

“Een mooie en doeltreffende manier om hiermee te dealen, is het verschuiven van je aandacht,” aldus Myrthe. “Verzet je gedachten van: ‘wat kan er allemaal beter?’ naar: ‘wat is er vandaag goed gegaan?’ Een enorme krachtige tool, niet alleen om zelf te doen – maar juist ook om te delen met elkaar als team.”

 

Schrijf elke dag drie dingen op die goed gingen en waar je trots op bent, denk aan:

 

  1. Ik heb een behandelplan succesvol afgerond
  2. Waardevolle input gekregen vanuit het multidisciplinaire team
  3. Mijn grens aangegeven bij de nieuwe rooster-aanvraag

 

Ga vervolgens na wat dit over jou zegt, bijvoorbeeld:

 

  1. Je hebt discipline en bent in staat om een beeld te vormen van een goede behandeling voor een cliënt.
  2. Die input heb ik gekregen omdat ik zelf helder heb geformuleerd wat de casus was en wat ik nodig had om tot een vervolgstap te komen. Een resultaat van een goede samenwerking tussen mij en het team.
  3. Ik ken mijn eigen grenzen en ben assertief geweest.

 

4. Je hoeft het niet alleen te doen

 

Onthoud dat je niet alleen hoeft te dealen met je gevoelens en twijfels. Als je merkt dat je het lastig vindt om je gedachten uit te dagen of hulp van naasten te vragen, kan één van onze psychologen je hierbij helpen.

Webinar ‘Hallo zelfvertrouwen, doei onzekerheid’

 

Aan de slag met jouw zelfvertrouwen? In samenwerking met VGZ en IZZ organiseerden we de webinar ‘Hallo zelfvertrouwen, doei onzekerheid’. Je kunt de volledige webinar hier terugkijken.