Erasmus Universiteit is een plek waar ambitie een grote rol speelt, vertelt Roos Schelvis, beleidsadviseur Gezond en Veilig werken. “De lat ligt hoog en dat trekt ook mensen aan die dit aanspreekt. Ambitieuze professionals die kwaliteit willen leveren.” Er wordt dan ook veel gevraagd van medewerkers. Er is een dun lijntje tussen het moment dat werkdruk ons in positieve zin uitdaagt en we een soort van ‘flow’ ervaren, en het ons aan de andere kant uitput. “Het is soms balanceren tussen dat wat gevraagd wordt en de mogelijkheden om daaraan te voldoen”, legt OpenUp arbeids- en organisatiepsycholoog Myrthe uit.
Als die balans tussen de belasting en de belastbaarheid verstoort raakt, is er sprake van werkdruk. Dit gaat op de lange termijn ten koste van de kwaliteit van je werk. En ook privé kan dit in negatieve zin impact hebben. Het aanpakken van die werkdruk en disbalans is daarom belangrijk. “Uiteindelijk wil je werkdruk voorkomen, vooral omdat het kan leiden tot werkstress. Juist daarom is het van belang om zicht te houden op hoe je je voelt in de omstandigheden zoals die zich nu voordoen” zegt Myrthe. “Inzicht hebben in oorzaken en symptomen, helpt dit in de toekomst voorkomen.”
Verschillende vormen van werkdruk
Werkdruk kent vele vormen. Te veel taken en verantwoordelijkheden, een hoge mate van complexiteit in je werk of onduidelijke verwachtingen. Werkdruk hoeft niet alleen over de inhoud van werk te gaan, maar kan ook betrekking hebben op de context, zoals reorganisaties, onzekerheid, conflict of veeleisende klanten. Ook te weinig hersteltijd, zoals pauzes of vakanties, kan de werkdruk beïnvloeden. De maatschappelijke of sociale norm speelt soms ook een rol. “Ik hoor vaak dat mensen zeggen dat ze ‘druk, druk, druk’ zijn, en dat daar positief op wordt gereageerd. Alsof druk zijn gelijk staat aan ‘goed’ of ‘succes’. Dat kan zo zijn, maar het is belangrijk om je te realiseren dat dit voor ieder individu verschillend is”, aldus Myrthe.
Klachten en signalen die op werkdruk wijzen, zijn op te delen in vier groepen. “Je kan er lichamelijke klachten van krijgen, bijvoorbeeld vermoeidheid, een verminderde weerstand of griep, moeilijk in slaap komen of hoofd- of nekpijn. Psychische klachten kunnen ervoor zorgen dat je angstig wordt, en prikkelbaar bent, veel piekert en sneller emotioneel bent”, aldus Myrthe. Ook je gedrag kan veranderen, je hebt bijvoorbeeld een korter lontje, vindt het moeilijk om beslissingen te maken of voelt je rusteloos. Ten vierde kunnen je gedachten ervoor zorgen dat je je minder goed kan concentreren, vergeetachtig bent en een soort waas in je hoofd ervaart.
Hoe voel ik me eigenlijk?
Vaak uit werkstress zich niet alleen fysiek, maar is het eerder een combinatie van factoren, legt Myrthe uit. “Om de stress te voorkomen of beperken is het daarom belangrijk om stil te staan bij hoe het met je gaat, hoe je je voelt. Wat gebeurt er in mijn lijf? Kan ik wel helder nadenken? Voel ik me fit?” Het lastige hiervan is dat bij werkdruk en -stress het gevoel komt kijken dat je achter de feiten aanloopt. Dat je niet kán voldoen aan eisen of doelen. “Het is juist dan moeilijk om een stap terug te nemen, van een afstand te kijken hoe het met je gaat en te bedenken wat de situatie van je vraagt. Een gesprek met een OpenUp psycholoog kan daarbij helpen.”
We leven in een maatschappij waar veel aandacht uitgaat naar efficiëntie en snelheid, meer werk doen in een kortere tijd. “Maar na een periode van inspanning en versnellen, hoort logischerwijs ook een fase van ontspanning en vertragen”, aldus Myrthe. “Feit is dat we hersteltijd nodig hebben. Als we dat negeren, kunnen de symptomen van werkdruk en werkstress verergeren.”
Het liefst voorkom je werkstress. Daarom is het belangrijk de oorzaken ervan, zoals werkdruk, aan te pakken, vindt ook Roos. “En niet alleen op individueel vlak, maar ook door de context te veranderen. In teams en per faculteit. We willen een gelaagde aanpak uitrollen, en starten met een proces om in kaart te brengen welke oplossingen er op die verschillende niveaus nodig zijn. De gehele organisatie zal dingen moeten veranderen, die erkenning is er nu wel.” Tegelijkertijd moeten we zorgen dat mensen die al klachten hebben ontwikkeld, geholpen worden bij het aanpakken ervan, aldus Roos. “Ook daar kan een gesprek met OpenUp bij helpen.”